Het Laatste Avondmaal van Plautilla Nelli

“…she would have done wonderful things if she had had the chance to study as men do.” 

(Giorgio Vasari in: Le Vite de’ più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani, da Cimabue insino a’ tempi nostri, 1568)

Rondom een lange, smalle tafel zitten dertien figuren gekleed in zware, geplooide gewaden en met blote voeten aan een eenvoudige maaltijd. We kijken naar een voorstelling van het Laatste Avondmaal, waar Jezus zojuist heeft aangekondigd dat een van zijn trouwe volgelingen hem zal verraden. De apostelen zijn geschokt en reageren geëmotioneerd en druk gebarend of gaan met elkaar in discussie. 

Het Laatste Avondmaal is van de veertiende tot en met de zeventiende eeuw een populair onderwerp op de wanden van de eetzaal van menig klooster en bijna iedereen kent wel de beroemde versie van Leonardo da Vinci in de Santa Maria delle Grazie in Milaan, dat hij maakte tussen 1495 en 1498. 

Maar wie kent deze monumentale versie uit Florence nog? Dit werk, met een afmeting van maar liefst 1,92 bij 6,71 is rond 1550-1568 geschilderd door een kunstenaar waarvan velen de naam nog nooit hebben gehoord. Haar naam is Plautilla Nelli (1524-1588) en ze is de eerste vrouwelijke schilder van de Italiaanse renaissance!

Met haar versie van Het Laatste Avondmaal plaatst Plautilla  zich op het niveau van haar beroemde mannelijke tijdgenoten in een tijd waarin vrouwen sociaal en artistiek gezien bij lange na niet dezelfde status hebben als hun mannelijke collega’s. Het ‘scheppende vermogen’ werd alleen toegedicht aan mannelijke kunstenaars en bovendien hadden vrouwen geen toegang tot officiële kunstopleidingen, waardoor ze zich niet professioneel konden scholen in het vak.

Toch vermeldt Giorgio Vasari haar als een van de weinige vrouwen in de tweede uitgave van zijn Le Vite de’ più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani, da Cimabue insino a’ tempi nostri (De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten, van Cimabue tot onze tijd) uit 1568. Ze krijgt weliswaar geen eigen ‘Vita’, maar Vasari noemt haar en haar werk wel in het hoofdstuk over de beeldhouwster Properzia De’ Rossi. Ze is in haar tijd een beroemdheid en Vasari schrijft dat in heel Florence talloze werken van haar hand te vinden zijn: 

“In the houses of gentlemen throughout Florence, there are so many pictures [by Nelli], that it would be tedious to attempt to speak of them all”.

Uit dit citaat maken we op dat Nelli vele werken maakte voor Florentijnse clientèle, maar tegenwoordig zijn er nog maar een handvol werken van haar bekend. De laatste twintig jaar is er veel onderzoek gedaan, waardoor er nu steeds meer werken worden ‘teruggevonden’ en aan haar oeuvre toegeschreven en er in 2017 voor het eerste een overzichtstentoonstelling van haar werk te zien was in het Uffizi te Florence. Dit was bovendien de allereerste keer ooit dat dit museum een tentoonstelling geheel wijdde aan een vrouwelijke kunstenaar.

Haar Laatste Avondmaal, een sleutelwerk in haar oeuvre, maakt Nelli voor de refter (eetzaal) van het Dominicaner klooster Santa Caterina da Siena aan Piazza San Marco in Florence, waar ze als jong meisje intreedt nadat haar moeder is overleden. Ze is pas veertien jaar oud als ze in 1538 de gelofte van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid aflegt. 

Zonder enige professionele, artistieke scholing maakt ze hier haar eerste tekeningen en schilderingen. Sinds de oprichting van het klooster in 1509 was hier al een schildersatelier waar de nonnen boekillustraties maakten voor de plaatselijke boekdrukkers en handelaren. Ze bestudeert en kopieert er schilderijen van van Fra’ Bartolomeo, Bronzino and Andrea del Sarto en leert zichzelf zo de fijne kneepjes van het vak. In de loop der jaren bouwt ze hier een groot schildersatelier op waar ze andere nonnen in het schildersvak opleidt. Ze ontvangt vele opdrachten van Toscaanse kerkbestuurders en van particuliere verzamelaars in en om Florence. Om aan de grote vraag te voldoen voert ze haar atelier op heel professionele wijze. Daarnaast bekleedt ze ook een aantal jaren een bestuurlijke functie als Priores van het klooster. 

Het Caterinaklooster stond onder het gezag van Fra Roberto Ubaldini da Gagliano, die nauwgezet de strenge leer volgde van Savonarola. Deze dominicaner heerser over de Florentijnse Republiek van 1494-1498, stond bekend om zijn boetepreken tegen immoreel en zedeloos gedrag van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Ook het Caterinaklooster kende zeer strenge leefregels. In zijn ‘Direttorio’ beschreef Ubaldini voorschriften voor de dagelijkse activiteiten, gedragscodes en strafmaatregelen en benadrukte hij het belang van seksuele onthouding.

Het refectorium, een van de belangrijkste ruimtes van het kloostergebouw, was niet alleen bedoeld om gezamenlijk de maaltijd te nuttigen, maar werd ook gebruikt voor meditatie en tucht. Het nuttigen van de gezamenlijke maaltijden gebeurde in complete stilte en het doorbreken daarvan werd gezien als een zware overtreding. De persoon die toch enig geluid maakte kreeg bij volgende maaltijd alleen maar een glas water te drinken. Ook op het betreden van de refter, buiten de maaltijden om, stonden zware straffen, evenals op het nuttigen van een maaltijd in andere ruimtes dan de refter.

Hier hing dus het grote schilderij met het Laatste Avondmaal. Iedere maaltijd herinnerde het de nonnen aan de belangrijke boodschap van Jezus Christus. “En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’” (Lucas 22:19). 

Het schilderij zal een enorme impact gehad hebben op de bewoonsters van het klooster, niet in de laatste plaats vanwege het levensgrote formaat en de levensechtheid van de voorstelling. Iedere dagelijkse maaltijd was als het ware een ‘re-enactment’ van het bijbelse verhaal, alsof de nonnen zelf bij Jezus en de apostelen aan tafel plaats namen. 

We kijken naar een tafel die waarschijnlijk niet veel afweek van de werkelijke tafels van het klooster, compleet met kostbaar servies en gedekt met een keurig gestreken tafellaken, waar de vouwplooien nog duidelijk zichtbaar zijn. Midden op de tafel, voor Jezus, staat een grote schaal van chinees blauw-wit porselein met daarin een gebraden Lam, als visuele herinnering aan het offer van Jezus aan het kruis.

Aan weerszijden daarvan staan schalen met lattuga cappuccia (kropsla). Venetiaanse glazen zijn gevuld met rode wijn en uiterst links, in het midden en rechts staan maar liefst drie zoutvaten. Tussen de schalen liggen broden en groene baccellini (tuinbonen). Jezus heeft zojuist het brood gebroken en deelt een stuk uit aan Judas (te herkennen aan de geldbuidel in zijn linkerhand). 

De schaaltjes met sla en de tuinbonen zijn een innovatie van Plautilla. Op eerdere schilderijen met dit thema komen we dergelijke groenten nog niet tegen. De sla representeert het concept van (geheel)onthouding en de tuinbonen verwijzen naar het lentefeest (vastentijd). Deze groene bonen kunnen nog verder worden geïnterpreteerd, want in Italië staan ze eveneens symbool voor geluk en worden om die reden ook wel als amulet gedragen. Toepasselijk is ook het feit dat de bonen worden gezaaid op 2 november (Allerzielen) en geoogst in de lente.

Het schilderij is niet alleen een visuele herinnering aan de belangrijke religieuze boodschap, maar vormt tevens een herinnering aan de schilderes zelf. Linksboven signeerde ze het doek met de woorden: S Plautilla, Orate pro Pictura (Sua Plautilla, bidt voor de schilderes). Het werk is daarmee niet alleen een bewijs van haar uitzonderlijke status als vrouwelijk kunstenaar in een mannen gedomineerde kunstwereld, maar tevens een oproep om haar naam tot in de eeuwigheid te herdenken.

Tot de sluiting van het klooster in 1808 heeft het schilderij in de refter gehangen. Het doek werd opgerold en opgeborgen in een vochtige ruimte, dat de verflaag behoorlijk heeft aangetast. In 2017 werd daarom een grootscheepse ‘crowdfunding’ opgezet door The Advancing Women Artists Foundation om geld in te zamelen voor de kostbare restauratie.

En precies op de dag dat ik dit artikel schrijf (17 oktober 2019), wordt het gerestaureerde doek teruggeplaatst in de refter van het klooster van de Santa Maria Novella in Florence.

(Deze tekst is een bewerking van mijn artikel dat in januari-februari 2020 verscheen in Atelier magazine)

 

Plautilla Nelli (1524-1588), Het Laatste Avondmaal, 1568, olieverf op doek, 2 x 7 meter (collectie Santa Maria Novella, Florence). bron: Wikimedia Commons